Boven- en ondergeleiding verwijzen naar de mechanismen die de beweging van een schuifdeur geleiden. Een bovengeleiding is een onderdeel dat aan de bovenkant van de deur is gemonteerd en helpt de deur uitgelijnd te houden terwijl deze langs de rails beweegt. Een ondergeleiding, of ondergeleiding, is een onderdeel dat aan de onderkant van de deur is gemonteerd en helpt om de deur stabiel te houden terwijl deze beweegt. Zowel de bovengeleiding als de ondergeleiding helpen ervoor te zorgen dat de deur soepel en gelijkmatig langs de rails beweegt, en ze helpen ook te voorkomen dat de deur gaat slingeren of schommelen bij het openen of sluiten. Bij een hefschuifdeur helpen de boven- en ondergeleiding om de deur te geleiden bij het optillen en bij het openen.